Een tweede kat als huisdier is een van onze voorwaarden voor mensen die een kitten van ons zouden willen hebben. Katten kunnen om allerlei redenen voor kortere, langere tijd of zelfs voor altijd met elkaar in een conflictsituatie belanden. Heel vaak blijkt na verloop van tijd dat het in het belang van de dieren noodzakelijk is om een of zelfs meer van de betrokken dieren te herplaatsen. In het geval van goed gefokte mooie en gezonde raskatten zijn de goede adresjes vaak voor ze voor het opscheppen; bij de huiskatten en hun mensen die ook minder contacten hebben om bruikbare tips te krijgen, is de situatie voor mens en dier vaak minder rooskleurig.
Solitair?
Heel vaak valt te lezen dat de kat een solitair levend dier is en dat dit de oorzaak van de conflicten zou zijn. De huiskat is helemaal geen solitair! Katten kunnen de meest innige relaties hebben met hun soortgenoten maar ook met andere huisdieren als honden en natuurlijk met de mens. Feit is wel dat wanneer een kat stukgelopen is op andere katten dat dit dier best nog een heel goed leven kan leiden mits hij maar een goed en veilig tehuis heeft met voldoende menselijke aandacht (en een lieve hond).
Wat heel vaak gebeurt, is dat het totaal misgaat tussen twee aan elkaar verknochte katjes wanneer er eentje bij de dierenarts is geweest, bijv. castratie of tandsteenverwijdering. De kat komt terug met een andere geur en wat onzeker gedrag door nog niet 100% uitgewerkte narcose en wordt door de andere kat(ten) voor een vreemde kat aangezien.
De introductie moet dus met de nodige omzichtigheid aangepakt worden om ellende te voorkomen. Helaas geeft niet iedere dierenartspraktijk hier instructies over mee én wanneer die al worden meegegeven dan moet dit in een zo vroeg stadium gedaan worden zodat voorkomen wordt dat de behandelde kat zonder voorzorgsmaatregelen in de groep werd gezet voordat de instructies gelezen zijn. Laatst sprak ik iemand die wel tijdig er een mondeling een advies over had meegekregen. Aan deze dierenartspraktijk is ook een kattengedragsdeskundige verbonden. Tot mijn schrik luidde het advies om de dieren drie maanden van elkaar gescheiden te houden… Wat een verschrikkelijk slecht en onwerkbaar advies. Ik hoop maar dat deze katteneigenaar dit advies verkeerd verstaan heeft en dat er mogelijk geen drie maanden maar drie uur was gezegd maar dan nog, de informatie over de aanpak van de herintroductie schitterde door afwezigheid.
Neutraal terrein
Toen ik vroeger voor het Raskanblad in de redactie zat, kwam ik in contact met een mevrouw die een kattenpension had. Tijdens de stillere tijden hielp ze wel mensen die met een conflict tussen hun katten te maken hadden. Haar aanpak was als volgt: de katten kwamen logeren en kregen ieder een ruime aangenaam ingerichte kooi op flinke afstand van elkaar (zonder aanwezigheid van andere katten). Daar konden ze veilig tot rust komen, kregen hun natje en droogje en zo vaak mogelijk aandacht.
Afhankelijk van hun gedrag werden de schuifjes van de kooien tussen het tweetal opengezet zodat ze – in een veilige situatie – steeds dichterbij elkaar konden komen en ze in alle rust elkaar konden herkennen en hun angst voor elkaar konden verliezen. Zeker de herkenning van hun oude maatje in deze vreemde situatie maakte dat ze zich snel veiliger voelden. Deze mevrouw heeft op deze manier heel wat relaties tussen katten blijvend kunnen herstellen.
Wat in die tijd ook vaak geadviseerd werd was om met de twee probleemkatten op bezoek te gaan bij mensen zonder huisdieren zodat zij elkaar in een vreemde situatie als ‘wij kennen elkaar toch’ hun relatie konden herstellen.
Mariposa’s long lost brother
Zelf heb ik ook ooit een soortgelijke situatie meegemaakt. Onze Murray schrok ooit een keer van een van onze andere wildkleuren en verklaarde vanuit zijn angst alle wildkleuren de oorlog. Hoeveel tijd er tussen heeft gezeten, weet ik niet meer – dit speelde medio 1984-85 en ik had Murray en zijn zus Mariposa voor een show ingeschreven. Hun showkooitjes waren naast elkaar en op een gegeven moment ontdekte Mariposa haar zo geliefde broer náást zich. Ze moest en zou naar hem toe!! In haar pogingen om zich door de tralies heen te wurmen beschadigde ze bijna haar gezichtje. Ze was eigenlijk niet te kalmeren en in plaats van het regelen van een andere kooi voor haar koos ik voor de kans om broer en zus bij elkaar te laten. De manier waarop broer Murray op haar pogingen tot contact reageerde, was namelijk ook hoopvol. Met de nodige onzekerheden liet ik Mariposa bij hem in zijn kooitje waar zij hem prompt bedolf met kopjes en likjes die broer Murray enorm wist te waarderen. Ik heb ze de rest van de show met elkaar laten knuffelen en ze samen in één transportmandje mee naar huis genomen.
Eenmaal thuis zette ik ze samen in de logeerkamer voor de voortzetting van de innige hereniging. Ik was van plan om hier een paar dagen voor uit te trekken maar omdat alles zo goed ging, heb ik ze na één nachtje samen beiden de groep in laten gaan op het moment dat er extra lekker eten voor iedereen klaar stond. In die tijd aten onze katten allemaal nog op dezelfde plek en Murray had dus alle tijd om aan iedere bruine kat te snuffelen en hem en haar te herkennen. Hierna was het probleem voor altijd opgelost en zijn Mariposa en broerlief Murray hier samen oud geworden.
Kleurenblindheid
Conflicten tussen katten zijn zeker in die groepen waar de hormonen actief zijn, zoals in cattery’s niet iets zeldzaams. Dit is ook een van de redenen waarom in sommige cattery’s dieren permanent gescheiden gehouden worden en als regel herplaatst worden. Blijkbaar heb ik als fokker voorheen heel veel geluk gehad maar sinds de extreem harde knal in ons smalle straatje een aantal jaren geleden, is er ondanks de herplaatsing van meerdere dieren, een bepaalde overgevoeligheid ontstaan.
Vorig jaar schrok de lieve Elfie van de even lieve Shabanou, n.b. haar eigen zwartzilveren overgrootmoeder en projecteerde haar angst op iedere kat hier met een soortgelijk uiterlijk met grote ogen. Katten zijn kleurenblind dus zelfs haar sorrelzilveren overgrootvader Jack werd voor een gevaar aangezien toen zij – vast door de hormoontjes – toen ze een nestje had. Dit hebben we opgelost door het tweetal eventjes te huisvesten in twee comfortabel ingerichte benches naast elkaar. Lekkere hapjes, gezellig kletsen en de kans geven om elkaar rustig te kunnen observeren. Omdat beide dieren al vrij snel aangaven geen angstgevoelens (agressie is bijna altijd gebaseerd op angst) voor elkaar te hebben, gaf ik Elfie al snel de gelegenheid om dichterbij de bench van Jack te komen. De lieve Jack gedroeg zich precies zoals het hoorde, nieuwsgierig en vriendelijk en tijdens een volgend extra lekker hapje liet ik ze bij elkaar – resultaat: elkaar herkend en misverstand opgelost.
Moederzorg
Soms zit de angst helaas erg diep en dan is er veel meer tijd nodig om een kans te kunnen creëren om het conflict op te lossen. Zeker in het geval wanneer er hormonale toestanden meespelen.
Het probleem tussen Elfie en Shabanou is nog niet opgelost. Elfie is op de pil en haar opgroeiende dochtertje Tinka is nu zeven maanden oud. Heel af en toe tref ik haar nog zogend bij haar moeder aan. Wanneer dit echt over is, wil ik een poging doen om met de benchtraining het conflict tussen Elfie en Shabanou op te lossen. Voor het probleem tussen Maverick en Sher neem ik nog meer tijd. Sher zit nog volop in de moederzorg en we gaan een dochtertje aanhouden waardoor zij, net als Elfie, veel langer in de bezorgde moederrol zal blijven.
Het probleem tussen Bashiir en Shabanou is van een heel andere orde. Bashiir vindt het ‘Shabanouplagen’ gewoon onweerstaanbaar en zij heeft begrijpelijk een bloedhekel aan hem gekregen. In principe konden zij wel – onder toezicht bij elkaar in de huiskamer.
Zomer 2017 had ik Bashiir en Shabanou met wat andere katten op de loungebank in de tuin. Iedereen gelukkig tot Bashiir ontdekte dat Shab naast hem lag. Hij ging aan haar snuffelen en gaf beet haar in haar kont. Niet echt, geen wondje, maar dit was voldoende om het genoeglijk samenzijn om zeep te helpen. Hij vindt het gewoon veel te leuk om haar op stang te jagen.
Wachttijd
Wat ik zo jammer vind is dat ik meer dan eens van sommige kattengedragsdeskundigen hoor dat benchtraining (en de inzet van clomicalm) uit de boze is maar dat er totaal geen alternatief wordt geboden anders dan een afspraak maken zodat er een deskundige ingehuurd kan worden. Zonder tussentijdse adviezen wordt het probleem tijdens de vaak erg lange wachtperiode alleen maar groter en gaat de kans op succes helemaal verloren.
Kattengedragsdeskundigen
Er zijn in Nederland verschillende opleidingen maar omdat de titel niet beschermd is, mag iedereen met liefde voor de kat, aanleg en praktijkervaring de titel kattenpsycholoog/kattengedragstherapeut/-deskundige gebruiken. Een opleiding, welke dan ook, is geen garantie voor deskundigheid of dat het belang van de dieren boven het belang van een vollere portemonnee wordt gezet. Sommige publicaties of stellingen van deze therapeuten jagen mij direct op de kast, bij andere ideeën kan ik gelukkig alleen maar instemmend knikken. Op deze pagina van het LICG (Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren) kunt u er meer over lezen. http://www.sppd.nl/aangesloten-gedragstherapeuten.html