De oorsprong van de katten met een getickte vacht ligt in India, Sri Lanka en Zuid-Oost Azië.
De kortharige voorouder met de zo kenmerkende getickte vacht heeft zich via de handelsroutes over land en zee over de wereld verspreid. Engelse fokkers hebben deze dieren uiteindelijk – na ze eerder andere rasnamen gegeven te hebben als British Ticks en Bunny Cats – Abessijn gedoopt omdat een Britse legerofficier zo’n kat had meegebracht na zijn stationering in Abessinië, het huidige Ethiopië. Helaas staat nergens beschreven dat deze officier mogelijk eerder in India gestationeerd kan zijn geweest. Wel werd de Abessijn al in 1874 in een boek beschreven. De Abessijn is dan ook een van de oudste raskatten. De Somali is pas veel later ontstaan. Na de tweede wereldoorlog was het bestand raszuivere Abessijnen bijzonder klein en om die reden werden ook dieren die er alleen Abessijns uitzagen toch voor de fok ingezet. Een aantal decennia later leverde dit een verrassing op; wereldwijd werden er kittens met een zwartere en glanzendere vacht in de nestjes geboren. Al snel werd duidelijk dat deze katten Abessijnen met een langere vacht waren. Sommige mensen vonden deze dieren bijzonder charmant en dit leidde uiteindelijk in 1984 tot de erkenning van de Somali door de FIFe.
Een interessante link Op de Facebookgroep (Somali Cat History) over de geschiedenis van de Somali werd een link gegeven naar een Engelstalige website over de geschiedenis van de Somali.
Onze Shirezah uit 1982 was een van de eerste poesjes met de langhaarfactor in Nederland. Haar vader (en grootvader) was Tigerlily Sir Rodger. Op deze Nederlandstalige pagina over de geschiedenis van de Somali in Nederland staat o.a. een zwart-wit fotootje van Tigerlily’s Sir Rodger,

Wat voorbeelden over het uiterlijk van de Somali.

Bij de zwartzilvertjes is de ticking het best zichtbaar.


Hetzelfde principe hebben we bij de wildkleur en de zwartzilver. Ze zijn beiden zwart alleen bij de zilver zorgt het zilvergen voor het kleurverschil.
